- Heb een open houding en alertheid met betrekking tot signalen IFG
- Geef de cliënt de gelegenheid om over het geweld te praten.
Vraag bijvoorbeeld naar:
– Concrete situaties die voor spanningen zorgen?
– Wat de aanleiding kan zijn tot het geweld?
– Soort geweld (fysiek, psychisch, seksueel, economisch, ..)?
– Start en frequentie van het geweld?
– Zijn de kinderen betrokken?
– Waar zijn zij tijdens het geweld (slachtoffer, getuige)?
– Met wie kan de cliënt erover praten?
– Hulpbronnen?
– Waar kan de partner terecht met vragen en problemen?
– Welke diensten zijn al betrokken op het gezin (huisarts, politie, hulpverlening, ..)?
– Wat zijn de verwachtingen van de cliënt?
Informeer naar de veiligheid van de cliënt (en van de kinderen en/of andere belangrijke derden). Hoe bedreigend is de situatie? Kan de cliënt terugvallen op eigen netwerk? Is dit veilig?
- Geef informatie over hulpmogelijkheden. Bekijk wat je eigen hulpverlening kan bieden. In een acute situatie: Bel politie (101 of 112), crisisteam +18 (CAW). Bij nood aan verder overleg kan ook advies ingewonnen worden bij andere diensten, bijvoorbeeld interne cel IFG CAW. interne cel IFG OCMW, Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, ..
- Informeer de cliënten over hun rechten. Aangifte bij politie, denk eventueel aan een tolk. Medische hulp en laten attesteren van letsels, hou best zelf kopies bij. Verwijzen naar juridische dienst voro ondersteuning (advocaat, BJB). Rekening houden met een eventueel onzeker verblijfsstatuur (ACM, advocaat, …)
(gebaseerd op de Veiligheidskaart IFG opgesteld door dienst IFG – CAW Antwerpen)